Uitgifte en verhuurvoorwaarden voor ligplaatsen in jachthaven ZC’37

Art 1. Ligplaatsen worden slechts verhuurd aan die personen, welke lid zijn van Zeilclub’37.
Art 2. Elke (aspirant) ligplaatshouder is verplicht om aan Stichting Jachthaven Exploitatie ZC’37 (de Stichting) een renteloze lening in de vorm van een obligatie te verstrekken. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de oppervlakte maat van het schip en is vermeld op de prijslijst van de Stichting.
Art 3. Indien bij aanvraag een geschikte ligplaats is in de jachthaven beschikbaar is, kan deze direct worden toegewezen. Deze ligplaats mag pas definitief betrokken worden, nadat het lidmaatschap van Zeilclub‘37 is verworven.en het bedrag van de verplichte lening alsmede het liggeld op de rekening van de Stichting is ontvangen.
Art 4. Indien ten tijde van de aanvraag geen ligplaats beschikbaar is, kan het schip men op een wachtlijst geplaatst worden eerst nadat de helft van het bedrag van de verplichte lening op de rekening van de Stichting is ontvangen en het lidmaatschap van Zeilclub‘37 verworven is.
Art 5. Indien de aanvrager nog geen schip heeft, maar wel van plan is er een aan te schaffen, kan hij met de te vewachte maten van het aan te schaffen schip op de wachtlijst worden geplaatst. Plaatsing op de wachtlijst zal eerst nadat de helft van het bedrag van de verplichte lening behorende bij de te verwachte maten op de rekening van de Stichting is ontvangen en het lidmaatschap van Zeilclub’37 is verworven.
Art 6. Voor elk ontvangen bedrag ten behoeve van een lening wordt een obligatie verstrekt.
Art 7. Als oppervlakte maat wordt gehanteerd de grootste lengte vermenigvuldigd met de grootste breedte van het schip. De maten zullen genomen worden inclusief preekstoel, zwemtrap, ed. Deze maten worden vastgesteld door een door het bestuur benoemd persoon. Zijn bevindingen zijn bepalend. Beroep is mogelijk door dit schriftelijk te in te dienen bij de secretaris van de Stichting.
Art 8. Indien geen prijs meer gesteld wordt op een ligplaats, kan de aspirant ligplaatshouder zich van de wachtlijst laten verwijderen. Na verwijdering van de wachtlijst kan hij de in zijn bezit zijnde orginele obligatie(s) inleveren. Na ontvangst wordt de tegenwaarde op een door hem/haar aangegeven betaalrekening overgeschreven.
Art 9. Op het moment dat een ligplaats voor iemand op de wachtlijst beschikbaar komt, mag deze pas definitief in gebruik genomen worden, nadat de lening geheel is voldaan en het verschuldigde liggeld op de betaalrekening van de Stichting is ontvangen
Art 10.- -Het liggeld wordt berekend op grond van de oppervlakte maat van het schip en geldt voor een termijn van 14 maanden of gedeelte ervan in de termijn van 1 oktober tot 30 november van het daarop volgende jaar.
Art 11.- -Tenzij de ligplaats schriftelijk voor 1 oktober is opgezegd, wordt de huur automatisch met een jaar verlengt. Bij opzeggingen na deze datum is de volledige huurprijs voor dat jaar verschuldigd.
Art 12.- -Onderverhuur en in gebruik geven aan derden van de ligplaats is niet toegestaan op straffen van het vervallen van de ligplaats.
Art 13.- -Indien een vaartuig, dat een ligplaats in de haven heeft, wordt verkocht, dient dit terstond schriftelijk gemeld te worden aan het bestuur. Bij verkoop van een schip komt de ligplaats te vervallen.
Art 14.- -Indien een ligplaatshouder een ander schip koopt en voornemens is om hiermee ligplaats in de haven te kiezen, is hij/zij verplicht dit schriftelijk aan het bestuur mede te delen. Het bestuur zal indien beschikbaar een ligplaats voor dit vaartuig aanwijzen, mogelijk de door eerdere verkoop van het vorige schip van de ligplaatshouder vrij gekomen ligplaats.
Art 15. – Indien een huurder langer dan 2 jaar geen gebruik maakt van zijn/haar ligplaats is  het bestuur van de stichting gerechtigd de huurovereenkomst zonder opzegtermijn te beëindigen.
Art 16.- -Ligplaatshouders, welke gedurende de wintermaanden het schip op de wal willen bergen, dienen dit volgens de vastgestelde procedure aan te melden. De prijs hiervoor wordt berekend op grond van de oppervlakte maat en geld voor de termijn die loopt van 1 oktober tot 1 juni van het daarop volgende jaar. Ligplaatshouders zijn verplicht hun schip voor 1 juni te water  te laten. Indien dit om welke reden dan ook niet geschied, is de huurder vanaf die datum het dag tarief voor standplaats op de wal gedurende het zomerseizoen verschuldigd. Het bestuur kan hiervoor dispensatie verlenen indien het weer of prive omstandigheden daarvoor aanleiding geven. Indien het bestuur geen dispensatie heeft verleend is zij gerechtigd om het schip verplaatsen of te verwijderen. Vanaf 1 juni is de verhuurder gerechtigd het schip dan wel naar een afgelegen hoek van het terrein dan wel het schip te water laten.
Art 17.- -De ligplaatshouder is verplicht zijn/haar schip goed te onderhouden en regelmatig te reinigen.
Bij nalatigheid is verhuurder gerechting het schip zelf te reinigen onder doorberekening van de kosten en het schip te verplaatsen om hem elders een ligplaats in de haven te geven. Het bestuur zal de ligplaatshouder hiervan in kennis stellen.
Art 18.- -De ligplaatshouder is verplicht zijn schip met deugdelijke landvasten af te meren, dit ter beoordeling van de verhuurder. Na aanzegging is de verhuurder gerechtigd het schip van deugdelijke landvasten te voorzien waarvan de kosten op de ligplaatshouder worden verhaald.
Art 19.- -Jollen en bijbootjes dienen op duigdelijke wijze van de naam van de eigenaar op straffe van verwijdering
Art 20.- -Een ligplaatshouder kan verplicht worden maximaal 16 uur respectievelijk 2 dagen per jaar ten behoeve van de jachthaven werkzaamheden te verrichten op een door het bestuur te bepalen tijdstip.
Art 21.- -Een ligplaatshouder kan deze werkplicht afkopen door betaling van het op de prijslijst genoemde bedrag.
Art 22.- -Een ligplaatshouder kan een verzoek tot ontheffing van de verplichte werkplicht indienen bij het bestuur op grond van persoonlijke omstandigheden
Art 23.- -Wanneer een ligplaatshouder met zijn schip langer dan 48 de haven verlaat dient hij/zij dit aan de havenmeester te melden. De ligplaats kan dan door passanten gebruikt worden zonder dat de ligplaatshouder daarvoor een vergoeding ontvangt.
Art 24.- -De ligplaatshouder is aansprakelijk voor alle schade door hem/haar, door zijn/haar gezinsleden, personeel of gasten veroorzaakt aan eigendommen van de stichting.
Art 25.- -De verhuurder is niet aansprakelijk voor alle schade ten gevolge van diefstal, verlies of beschadiging van eigendommen van huurder en zijn gezinsleden, personeel of gasten.
Art 26.- -De verhuurder is niet aanspakelijk voor alle schade aan schepen tijdens het verblijf in de haven en op de wal, alsmede het transport tussen beiden.
Art 27.- -Een ligplaatshouder welke de haven verlaat met de bedoeling er een volgend seizoen terug te keren, kan op zijn/haar verzoek gedurende 5 jaar op de verkaslijst geplaatst worden op voorwaarde dat de in zijn bezit zijnde obligatie niet ter verzilvering aangeboden worden zolang zij op deze lijst staan. Bij toewijzing van ligplaatsen krijgen hij/zij voorrang op degene die op de wachtlijst zijn geplaatst.
Art 28.- – Een ligplaatshouder kan op zijn/haar verzoek op de verkaslijst gezet worden. Redenen hiervoor kunnen zijn: De wens van een andere ligplaats in de haven of een grotere/kleinere ligplaats met oog op de aanschaf van een groter/kleiner schip.
Indien een grotere ligplaats is toegewezen en huurder gaat met zijn (te kleine) schip in deze ligplaats liggen, zal de huurprijs berekend worden op grond van de opgegeven maten van het nieuwe schip. Zodra het nieuwe schip gearriveerd is in de haven zal het schip opgemeten worden. Op grond van de gevonden maten wordt de definitieve huurprijs vastgesteld. Voor het verschil tussen de reeds in rekening gebrachte huur en de definitieve huurprijs ontvangt de huurder een (debet of credit) nota.
Art 29.    –Bij toewijzing van vrijgekomen ligplaatsen wordt de volgende volgorde aangehouden: 1: Schepen welke op de verkaslijst staan van ligplaatshouders:
2: Overige schepen welke op de verkaslijst staan 3: Schepen welke op de wachtlijst staan;
4: Overige schepen.
Art 30.- -Op het moment dat een ligplaatshouder definitief de haven verlaat, kan hij de in zijn bezit zijnde obligatie(s) inleveren, waarna het nominale bedrag op een door hem aangegeven betaalrekening wordt overgeschreven.
Art 31.- -De verhuurder kan de huurder zijn ligplaats met onmiddelijke ingang opzeggen wanneer:
Hij/zij zijn lidmaatschap van Zeilclub’37 verliest;
Hij/zij zijn schip na officiele waarschuwing ernstig verwaarloosd;
Hij/zij zich na officiele waarschuwing op de haven misdraagt;
Hij/zij zich schuldigd maakt aan onderverhuur;
Hij/zij zijn verplichtingen krachtens dit reglement niet nakomt;
– ………
Art 32.- -Ligplaatshouders dienen zich te houden aan het haven reglement.
Art 33.- -In de gevallen, dat dit reglement geen uitsluitsel geeft beslist het bestuur van de Stichting Jachthaven Exploitatie ZC’37